20 jaar Technische Geneeskunde – Joep Kraeima & Ruud Schreurs

NVMKA congres November 2023

1 oktober 2024

Joep

Wie ben je en waar ben je werkzaam?

Ik ben Joep Kraeima, werkzaam in het 3D Lab in het UMCG. Zowel mijn promotie als fellowship heb ik op deze afdeling afgerond. Ik doe spreekuren maar ben door mijn fellowship ook veel op de OK te vinden waar ik nauw betrokken ben bij de uitvoering van de operaties, hoewel dit sinds mijn rol als hoofd van het 3D lab wel minder is geworden . Samen met een kaakchirurg heb ik dit 3D Lab opgezet. Dit begon vanuit technieken die we konden toepassen binnen de kaakchirurgie, maar we hebben dit ondertussen ook uitgebreid naar andere specialismen. Inmiddels bestaat het 3D lab uit zo’n 15 mensen waarvan 6 in vaste dienst. Het doel van ons lab is om de patiënt beter te helpen, dit door de chirurgie te optimaliseren met behulp van planningen die we maken. Maar, de laatste jaren is ook Artificial Intelligence hier bijgekomen.

Ruud

Wie ben je en waar ben je werkzaam?

Ik ben Ruud Schreurs, hoofd van het 3D Lab in het Amsterdam UMC. In 2012 ben ik gestart met een M2 stage in het Radboudumc bij de Kaakchirurgie, daar heb ik vervolgens ook mijn M3 stage gedaan. Hierna ben ik naar het Amsterdam UMC gegaan waar ik in 2015 met een promotietraject gestart ben. Deze PhD richtte zich op oogkasreconstructies en heb ik in 2021 afgerond. Momenteel wordt deze techniek ook toegepast in de behandeling hiervan. Ook op dit 3D lab merk ik dat er veel vraag van andere specialismen is naar deze technieken om ze te verbreden. Wij werken met zo’n 4 mensen in vaste dienst, waarnaast een aantal stagiaires en andere betrokkenen.


En werken jullie dan wel eens samen?

Joep: Ik zit in een techniek commissie binnen de MKA hoe we bijvoorbeeld met wetgeving omgaan. Soms verwijzen we wel eens naar elkaar, maar over het algemeen hebben we onderling makkelijk en laagdrempelig contact.

Ruud: We hebben weleens cases gehad waarin we samenwerkten, we weten dat we elkaar kunnen consulteren en weten ook waar we elkaar kunnen vinden. Bijvoorbeeld in de Augmented Reality werkgroep.

Jullie zitten dus al een tijd in de academie, hebben jullie ook ervaring in de periferie?

Joep: We werken veel samen met de periferie in onderzoek en ook als 3D service model, want die hebben niet altijd de benodigde planningsdevices en software. Daarnaast begeleiden we ook gezamenlijk de stagiaires. Ook doen we werkbezoeken onderling om van elkaar te blijven leren.

Ruud: Net als Joep werken ook wij veel samen met de perifere centra bij 3D planning van patiënten. Je leert veel van zo’n samenwerking. Daarbij komt dat we ervaring van elkaar op kunnen doen waardoor we hogere kwaliteit kunnen bieden. Hierdoor kunnen cases ieder jaar weer complexer zijn.

In November 2023 hebben jullie podium gekregen op het NVMKA congres met het onderwerp ’20 jaar TG’. Hoe is dit tot stand gekomen?

Ruud: Ik werd al snel benaderd door de organisatie van het congres en heb direct Joep gevraagd om mee te doen. We kennen elkaar dus al via de collegebanken en zijn het langst als TG’ers werkzaam zijn binnen de MKA. Wij werken laagdrempelig samen. De MKA-chirurgen hebben ons al vaker samen zien praten, dus we wilden nu ook tijd inruimen voor de huidige TG’ers die nu in het veld beginnen.
Joep: We wilden met name onze bijdrage laten zien aan het vakgebied. Dit kan natuurlijk altijd met cijfers, maar het moet omarmd worden en dat heeft onze toevoeging als TG veranderd. Zo veel behandelingen zijn ondertussen mogelijk gemaakt door TG. Waar de industrie meer gaat voor het geld, gaan wij voor het oplossen van problemen van patiënten omdat we direct daarmee werken.
Ruud: En we werken breder dan alleen academisch. Ook perifere huizen hebben 3D labs met hun eigen toepassingen, die we ook een podium hebben kunnen geven.

Joep: En ook als MKA hebben we de meeste TG in dienst. Hierdoor zijn er al duizenden casussen uitgewerkt en landelijk minstens 18 mensen gepromoveerd binnen dit vakgebied. TG zijn hierbinnen erg belangrijk, waarvan wij op MKA zo’n 260 publicaties voor onze rekening nemen.

Dat zijn er een hoop! Jullie lieten al vallen dat MKA vooroploopt met het aantal TG die hier in dienst zijn. Weten jullie waarom dit is?

Joep: Van oudsher is de MKA al veel met techniek bezig. Niet alleen kaakchirurgen, tandartsen maar ook tandtechnici zijn hierbij betrokken. Dit zijn al facetten die gewend zijn om met technieken te werken, maar dus ook gewend zijn om behandelingen vooruit te plannen omdat er veel specialisten bij betrokken zijn.

Wat is de meerwaarde van een TG in het ziekenhuis?

Joep: Je kunt aan iedereen leren hoe software werkt en op welk knopje je moet drukken, maar het gaat juist om patiënten met problemen waarbij chirurgische beperkingen spelen die je als TG moet doorzien en weten hoe je dit met software op kunt lossen. Dit kunnen alleen mensen die zowel patiënten als de techniek snappen: TG.

Hoe zien jullie TG voor je in de komende jaren?

Ruud: Andere afdelingen willen op dezelfde vooruitstrevende manier gaan werken als de MKA. Helaas zijn er beperkingen, zoals geld en faciliteiten die je nodig hebt om planningen te kunnen regelen. Hier hangt ook een steeds groter prijskaartje aan. Maar, om het met een positieve blik te bekijken: we zijn overtuigd dat het goed is hoe we het nu geregeld hebben. Dit komt ook door de ervaring; de ontwikkelingen die we hebben doorgemaakt komt door het inzicht dat we hebben verkregen met het herhaaldelijk leggen van de link tussen techniek en kliniek. Op zijn tijd lukt dit bij alle specialismen, hopelijk.

Joep: Daarnaast moet je altijd scherp blijven om nieuwe ontwikkelingen bij te benen. Bijvoorbeeld kunnen signaleren dat Augmented Reaity nieuw is, het weten van toepassingen van Artificial Intelligence, maar ook voor- en nadelen van deze technieken in gebruik nemen. Als TG ben je hier de spin in het web die kan bepalen of je wat aan deze techniek hebt, en vervolgens de techniek durft en kan implementeren op een manier dat het veilig is. Dit kan niet als je alleen kennis als arts hebt of alleen kennis over de software.

En daarop aanvullend, hoe denken jullie over de fellowships/vervolgopleiding?

Joep: Ik denk dat het gestructureerder moet lopen om een grotere groep TG permanent in de ‘witte jassen’ te krijgen, hiervoor moet een specialisatie opleiding opgericht worden. Meer TG moeten in het medisch domein terecht komen, op dit moment zijn er te weinig die de kans krijgen om de witte jas te dragen. Veel mensen stromen uit na de promotie terwijl ze dat niet willen. TG hebben vaak een dubbele rol, terwijl het eigenlijk de bedoeling zou worden dat wij zelf verantwoordelijkheid nemen voor het wel/niet behandelen van patiënten.

Ruud: Ja, verder specialiseren is belangrijk. Tijdens het begin van mijn werk in het Amsterdam UMC ben ik begonnen met onderzoek en planningen voor aangezichtstrauma en ik tien jaar heb ik hier veel ervaring mee opgebouwd. Toch wordt dit niet officieel vastgelegd. Ik heb hiervoor ook een fellowship overwogen, maar dit uiteindelijk niet gedaan. Bij een fellowship zit volgens mij de meerwaarde met name in het begrijpen wat de chirurg doet, terwijl voor mij eigenlijk de uitdaging lag in het uitdiepen en toepassen van de meerwaarde van computergestuurde chirurgie. Daarnaast waren de eisen voor een fellowship ook nog onduidelijk.

Joep: Ik heb wel een fellowship afgerond, de belangrijkste reden was omdat ik klinische verantwoordelijkheid wilde nemen waar techniek van meerwaarde kan zijn. Het lastige is dat chirurgen moeten investeren; het vraagt iets van je omgeving, tijd en ook geld. Maar het is belangrijk om te beseffen dat hierna vele ontwikkelingen sneller doorgemaakt kunnen worden en deze investering zich dubbel en dwars uitbetaald.

Zitten jullie bij een cluster? En wat vinden jullie de meerwaarde hiervan?

Ruud: Beiden zitten wij bij het cluster beeldvormende interventies en de werkgroep beeld.

Joep: Daarnaast doen we beide mee in de commissie voor de Technisch Geneeskundige Specialisatie opleiding. Samen werken we aan het structureren van de vervolgopleiding voor TG tot TGspecialist. De verdere meerwaarde zit hem vooral in het spreken met peers die tegen dezelfde technologische ontwikkelingen, problemen met software of regelgeving of andere aspecten van innovatie aanlopen. Dit heeft veel nut, en de meer ervaren collega’s stellen zich op als vraagbaken en helpen zo de net afgestudeerde TG.

Ruud: Daarnaast zijn er ook veel initiatieven die parallel lopen. Ook bijvoorbeeld in Nijmegen, daar is een TG vakgroep opgericht, waarbinnen weer een onderwijsgroep loopt.

Joep: Als TG moeten we het echt samen doen. Dus elk initiatief om te verenigen ben ik voor en is goed om te doen, maar er moet wel overzicht bewaard worden.

Ruud: Ja, niet te veel commissies die zich allen over 1 ding buigen.

Zijn er nog andere dingen die jullie kwijt willen?

Ruud: Ik wil nog wel benadrukken dat het goed is dat we als TG een keer een podium hebben gekregen, dus vorig jaar bij het NVMKA congres, en dat dat goed ontvangen is. Dat betekent wel dat we worden gewaardeerd, en dat we in de goede richting werken.

Scroll naar boven