Femke Schröder
Orthopedie, OCON
Het Orthopedisch Centrum Oost-Nederland (OCON) is een geheel zelfstandige orthopedische kliniek, opgericht in 2010 en aanvankelijk voortgekomen uit de maatschappen orthopedie en anesthesie van de Ziekenhuisgroep Twente (ZGT). Het zelfstandige karakter van het OCON maakt dat men zich optimaal kan concentreren op de zorg voor patiënten op de manier die binnen OCON belangrijk wordt gevonden. ‘De lijnen zijn binnen OCON dan ook kort’, vertelt Technisch Geneeskundig fellow Femke Schröder, werkzaam op het snijvlak van orthopedie en beeldvorming. ‘Binnen mijn werkzaamheden staan patiëntenzorg, innovatie en wetenschap samen centraal.’
Hoe is je avontuur bij het OCON begonnen?
Nadat ik afstudeerde bij het OCON kon ik aanblijven als junior onderzoeker. Vanuit mijn onderzoek zag ik al patiënten op de poli. Er deed zich toen de mogelijkheid voor om financiering voor een klinisch fellowship aan te vragen bij de Universiteit Twente. Binnen OCON werd dit zeer gestimuleerd. Nadat mijn aanvraag was gehonoreerd en ik daadwerkelijk als fellow kon starten heb ik mij eerst gefocust op het verder ontwikkelen van mijn klinische blik, waarna ik ben begonnen met diverse verdiepende (technische) stages binnen en buiten OCON. In combinatie met de reeds opgedane kennis tijdens de opleiding, maakt dit me langzamerhand tot de interdisciplinaire specialist die ik vandaag de dag ben.
Wat zijn je taken binnen het OCON?
Mijn takenpakket is vrij breed en gevarieerd. Ik werk onder andere aan patiëntgerichte 3D planningen voor diverse orthopedische ingrepen. Onlangs werd mij na een weekend traumadienst gevraagd om een 3D planning te maken van een moeilijke fractuur en deze te printen met de 3D printer. Zo’n 3D planning en print dragen dan bij aan het operatieplan. Ook houd ik mij bezig met het ontwerpen van zaagmallen voor de radiuskop osteotomie om dit bot in de pols te kunnen corrigeren. Met behulp van een preoperatief plan en de zaagmal kan nauwkeurig de juiste correctie worden bepaald, waardoor de operatie op de OK efficiënter verloopt. Daarnaast heb ik mijn eigen poli gericht op heup en knie klachten, met een speciale focus vanuit het onderzoek op patiënten na knieprothesiologie met aanhoudende klachten.
Ook werk ik aan het optimaliseren van MRI en CT scanprotocollen voor diverse gewrichten. Denk hierbij aan het korter en efficiënter laten verlopen van scans, maar ook het bruikbaar maken van deze beelden voor 3D analyses, 3D prints, en vervolgens weer het enthousiasmeren van chirurgen voor het gebruik hiervan op de OK. Tijdens mijn stage bij de radiologie heb ik mij verdiept in röntgengeleide injecties. Al met al is mijn takenpakket dus bijzonder gevarieerd en werk ik met veel verschillende disciplines samen, zoals klinisch fysici, nucleair geneeskundigen, radiologen en orthopeden. Dat interdisciplinair werken maakt het juist zo leuk!
Verder doe ik ook nog onderzoek naar het verbeteren van de differentiaal diagnostiek met behulp van MRI bij patiënten met aanhoudende klachten na plaatsing van een primaire totale knie prothese. Omdat laagveld MRI minder metaal artefacten met zich meebrengt proberen we hiermee scanprotocollen te valideren waarmee het mogelijk is om met alleen MRI te differentiëren tussen verschillende oorzaken van deze klachten, waar voorheen verschillende radiologische onderzoeken voor nodig waren.
Tot slot begeleid ik als neventaken van mijn onderzoek ook nog studenten, junior onderzoekers of ANIOS’en.
dr. Anne Vochteloo
Orthopedisch chirurg
Hoe ziet u de rol van de TG? Hoe verhoudt deze zich ten opzichte van de arts? En hoe denkt u dat deze positie zal veranderen de komende jaren?
Ik ben als orthopedisch chirurg de opleider van Femke. Ik ervaar onze samenwerking als zeer prettig, erg leerzaam en het is voor mij een geweldig leuke en zinvolle aanvulling op onze werkzaamheden. In mijn ogen is Femke bij ons echt de brug tussen techniek en traditionele geneeskunde. TG vervullen binnen OCON dus echt de rol van innovator en bruggenbouwer. Ik zie de TG en de arts dan ook als complementair. Hoe dit eruit zal zien in de toekomst vind ik moeilijk in te schatten. In perifere ziekenhuizen is dit een langzaam proces, dus veranderingen zullen maar langzaam kunnen worden doorgevoerd.
In hoeverre kunt u inschatten of er met de TG een kosteneffectiviteitsslag kan worden gemaakt?
Naar mijn weten is Femke de eerste TG fellow binnen een perifeer ziekenhuis. In een academisch ziekenhuis focust een TG fellow zich vaak op high-tech zorg voor een zeer specifieke patiëntengroep. In de periferie zijn de aantallen natuurlijk veel groter en wordt er geacht dat dit uiteraard kosten-effectief is. Echter hebben we dit nog niet in getal uitgedrukt. We verwachten wel dat door bijvoorbeeld het invoeren van 3D planningen en zaagmallen voor de correctie osteotomie we bepaalde andere kosten niet hoeven te maken. Als orthopeed kan ik hierdoor bijvoorbeeld ook sneller werken.